Het maken van een doosje, van plank tot een driedimensionaal object (van 'niets' tot 'iets'), is een proces waarbij het gaat om precisiewerk. Het moet kloppen tot op de millimeter. Dat is wat me aantrekt in dit 'ambacht'. Meten, schaven, zagen, lijmen, afwerken. Alles heel precies voor een perfect resultaat.

Het proces begint met het uitzoeken en aanschaffen van hout. Ik houd erg van essen, esdoorn, plataan en italiaans notenhout. Bij de Amsterdamse Fijnhouthandel kies ik mooie planken uit. Ik gebruik ook resthout van Frida. Op deze manier krijgen ogenschijnlijk nutteloze stukken hout nog een bestemming. Van de kleinste stukken maak ik nog doosjes van 3,5 bij 3,5 cm. Zo gaat niets verloren van de boom die zolang zijn best heeft gedaan dit mooie hout te leveren.

In mijn werkplaats zaag ik het hout op de juiste maat, schaaf het op mijn vandiktebankje tot de juiste dikte, zaag het in verstek, pas, lijm en werk het af. Voor grotere oppervlakten gebruik ik fineer (geschaafde boom) zodat grotere oppervlaktes niet krom trekken.

Voor de knoppen of versiering van de doosjes gebruik ik natuurlijke materialen als hout, veertjes, schelpen, zelf geslepen halfedelstenen en glazen kralen. En wat er verder op mijn pad komt en wat ik mooi vind, zoals 24 karaats droom bladgoud. Als je omgeving weet waar je mee bezig bent, komen de mooiste materialen naar je toe. Op deze manier zorgt mijn doosjespassie ook nog voor verbinding.

Alles bij elkaar is deze passie een heerlijk en creatief proces, waarvan het eindresultaat misschien wel bij jou zijn bestemming vindt.